Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dewijl dan deze dingen alle [43]vergaan, [44]hoedanigen behoort gij te zijn in heiligen wandel en godzaligheid! 43. Dat is, vergaan zullen. Zie vs.10. 44. Dat is, hoe grote vlijt behoort gij dan aan te wenden, om zodanigen te zijn in ware godzaligheid, dat gij in dien verschrikkelijken dag moogt bestaan en plaats vinden in de toekomende wereld.